Einde bonnenquota, begin van …….. (deel 2)

“Fouilleer een onderwijskundige en je vindt altijd wel een schaar”

In deel 1 heb ik proberen duidelijk te maken dat een dominante aansturing op het uitschrijven van bonnen, ertoe kan leiden dat de politieagent gaandeweg zijn vak kwijt raakt. Ook in de zorg en in het onderwijs kan je dit verschijnsel zien. Verpleegsters in de thuiszorg raken hun vak kwijt doordat ze zich moeten houden aan tijdregistraties. Schooldirecteuren moeten zoveel lijstjes invullen en bijhouden en daarover vergaderen dat ze hun leerkrachten weinig meer spreken. Allen drijven weg van hun vak waar ze zo van houden.

Productiviteit, efficiency en wantrouwen

Bij dit soort van aansturing ligt het accent op productiviteit en efficiency. Hiervoor wordt een hoge prijs betaald; burger, patiënt en leerkracht (de ontvangers) ervaren een voelbare verlaging van de kwaliteit van de dienstverlening. Maar zij die het werk uitvoeren en gebukt gaan onder dit type aansturing voelen ook iets, namelijk wantrouwen. Zij voelen het signaal dat gepaard gaat met deze vorm van aansturing; “zonder opgelegde targets, tijdregistraties en controlemechanismen kunnen wij, managers, er niet van op aan dat jullie je werk wel (goed) doen”.
In veel branches keert nu het tij. De verlaging van de kwaliteit van de dienstverlening is zo groot geworden en de kritiek in de media zo omvangrijk, dat heel wat directies nu bezig zijn andere vormen van organiseren te bedenken. “Vertrouw je mensen” is een uitspraak die dan altijd valt.
Mensen in hun werk zijn te vertrouwen, zeker hen die hun vak verstaan. In mijn werk als adviseur in organisaties kom ik maar zelden mensen tegen die de kantjes ervan aflopen. Een beetje leidinggevende kan die enkeling er zo uitpakken uit zijn team. Daarvoor heeft hij geen enkele registratie nodig. Die voelt dat onmiddellijk aan in de dagelijkse omgang en gesprekken met zo’n iemand. Dus, daarvoor heeft elke leidinggevende die maandelijkse uitdraai van KPI’s (kritische prestatie indicatoren) helemaal niet nodig.

Competenties zijn de targets van het leren

Om een vak onder de knie te krijgen moet je opgeleid worden. En als we naar het beroepsonderwijs kijken, dan komen we in een wereld terecht die sterke gelijkenissen vertoont met die wereld van aansturing op productiviteit en efficiency. Met ook in dit geval weer negatieve effecten.
Om zeker te zijn dat een leerling werkelijk een vak beheerst, moet hij heden ten dagen voldoen aan tal van competenties. En zie, daar gaan we weer. Vakmanschap wordt stuk geknipt in een oneindig aantal competenties, en gestuurd wordt op het voldoen aan die competenties. Elke vakman kan mij vertellen dat een vak niet een optelsom is van competenties. Zodra je een vak opknipt in competenties, vervliegt de ziel van het vak. Het is de wereld van de onderwijskundige. Ik heb wel eens gezegd “fouilleer een onderwijskundige en je vindt altijd wel een schaar”.
Zie de parallel. Wat betreft werk; targets – vak kwijtraken. Wat betreft opleiden; competenties – vakmanschap missen.

Meelopen, meelopen en nog eens meelopen

Einde bonnenquota maakt voor menig politieagent de weg vrij zijn vak werkelijk uit te oefenen. De beantwoording van de vraag “wat is in de situatie nodig die ik nu op straat aantref” wordt niet beïnvloed en belemmerd door een bonnen-druk. En als de competenties, op te vatten als het resultaat van ‘vakmanschap door de patatsnijder’, op zijn beurt het werkelijk leren van een vak in de weg zitten, hoe dan het vak te leren?
Het antwoord is meelopen, meelopen en nog eens meelopen. En dat gebeurt natuurlijk nu ook al, als onderdeel van de opleiding. Maar het is er voor te pleiten hier nog meer werk van te maken en het in de kern te plaatsen van de opleiding.
Heel veel meelopen dus, in de praktijk van alledag en het liefst met een rot in het vak die alle kneepjes van het vak in de genen heeft zitten. En die op elk moment expliciet maakt wat hij ziet, aanvoelt, problematiseert en beslist en dat aan zijn of haar meeloper voortdurend vertelt. De hele dag door; “heb je bij die aanhouding van die automobilist van zonet ook gekeken wat hij op zijn achterbank had liggen? Daarom stelde ik hem die vraag?”
Veel is niet te leren in een klaslokaal. Een vak leer je door het mee te maken en het aan den lijve te ervaren. Bovendien beklijft dat honderden malen beter, vergeet je niet.

Vertrouwen heeft ook een prijs

Dat wantrouwen een prijs heeft, heb ik duidelijk gemaakt. Maar agenten het vertrouwen geven een eigen beslissing te nemen in een situatie die zij aantreffen (zie mijn voorbeeld), heeft ook een prijs (iets minder inkomsten via uitgeschreven bonnen). Maar het is een prijs die te verkiezen is omdat er veel mee te winnen is; goodwill bij het publiek en plezier in je vak en je werk aan de kant van de politieagent.

Marc Oskam

Marc is auteur van het boek “Venijn in de start”. Het boek is bestemd voor de leidinggevende die het vakmanschap van zijn mensen beschermt en maximaal benut zonder zijn doelgerichtheid te verliezen.

Deze blog is op 3 maart 2011 ook geplaatst op politie 2.0
Deel 3 (op deze site met de titel “Naar een ander blauw op straat”) kunt u hier lezen

Organisaties en managers helpen

This entry was posted in Marc Oskam's Blog. Bookmark the permalink.

3 Responses to Einde bonnenquota, begin van …….. (deel 2)

  1. Natuurlijk ben ik het met je eens, maar een nuance is op z’n plaats mbt de schaar.
    Juist onderwijskundigen en docenten met onvoldoende inhoud (dunne docenten hebben dikke boeken nodig) proberen de competentiegerichte opleidingen nog steeds te vullen door de oude eindtermen 1 op 1 te vertalen naar een kwalificatiedossier. Of opdrachten te koppelen aan competenties in plaats van werkprocessen en gedragsindicatoren.
    Dan eindig je dus in een verknipte hapjes competentiebrij. Vinkjes vinkjes en vinkjes. Bij een goede vertaling en contextrijke inhoud hoef je vakmensen in de dop niet lastig te vallen met competentiescoring.
    Dus wat mij betreft ook weg met de vinkjes/bonnen/competentiemetingen….maar je moet als onderwijskundige of docent wel weten waar je meer bezig bent dus jezelf blijven ontwikkelen
    in plaats van onderuit te zakken en te roepen dat het allemaal niks is.

  2. chris Goosen says:

    Goed stukje Marc. Spijker op zijn kop. Managers tonen leiderschap als ze gedrag op het werk bespreken ipv sturen op cijfers quota of caseload.
    Chris Goosen.

  3. Pingback: Einde bonnenquota, begin van …….. (deel 1) | Marc Oskam – Trias-O Consulting

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>