“Vergader op school eens zonder plan of notulist”

Op scholen praat men niet meer met elkaar zonder plan. Simpel wordt in het onderwijs vaak onnodig complex gemaakt. Tijd om te ‘ontzoetermeren’.

De Volkskrant, 7 juni 2003 door Marc Oskam

Onder invloed van de oliecrisis in de jaren zeventig, reorganiseerde Shell zich. De centrale gedachte omvatte een half A-viertje. Krachtig genoeg om mensen gericht te mobiliseren. Zo deed de Bloemenveiling van Aalsmeer het ook in de jaren negentig. Ook met een half A-viertje. Natuurlijk vloeiden uit deze twee A-viertjes meer omvangrijke plannen, maar in deze bedrijven bleef collectief de aandacht gericht op een paar regels tekst.

Neem nu niet een multinational maar een basisschool in Nederland. En stel dat deze school niet aan de vooravond staat van een grootscheepse reorganisatie maar zich bezig gaat houden met de continuering van het onderwijs voor het komend schooljaar. Gaat dat ook gepaard met een half A-viertje? Nee, dat gaat gepaard met een schoolplan van tientallen pagina’s dik. Zou een school hier beargumenteerd van afzien, dan wordt dat door de onderwijsinspectie niet in dank afgenomen.

Elke organisatie heeft een leergeschiedenis. Al decennia lang werden en worden scholen vanuit Zoetermeer geleerd dat ‘niets kan zonder een plan’. Scholen zijn daardoor zelf gaan denken dat ‘niets werkt zonder een plan’. Simpele zaken werden en worden complexe zaken. Onnodig iets complex maken, werkt vervreemdend. Dat is een wet.

Welke schooldirecteur roept bijvoorbeeld zijn team gewoon een keer bijeen om zonder agenda met elkaar eens te spreken over het volgend schooljaar. Elkaar spreken over wat te willen, wat het afgelopen jaar goed is gegaan, wat beter te doen. Niks noteren of notuleren, niks plannen maken, niks beslissen, gewoon praten. Naar elkaar luisteren en een ieder het woord echt gunnen en echt geven. En dan vooral hij of zij die er altijd anders over denkt.

Zo gaat dat niet. Scholen hebben dergelijke simpele ontmoetingen afgeleerd. Scholen hebben geleerd schoolwerkplannen te maken waar de ziel vanzelf er wel uitgeslagen wordt bij het maken ervan. Scholen hebben geleerd persoonlijke ontwikkelingsplannen op te stellen voorzien van vele te nemen stappen waardoor de eigenaar al vanzelf geen zin krijgt om überhaupt er aan te beginnen. In de stroom van alledag verbeteringen en veranderingen opperen en starten? Ben je gek, scholen hebben geleerd de cyclus loopbaangesprekken – funktioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken hiervoor te doorlopen. Directeur en leerkracht doen er maar liefst vier jaar over deze cyclus geheel te doorlopen.

Hoe de vervreemding terug te dringen en een volstrekt andere leergeschiedenis mogelijkmaken? Dat is de vraag. Dat kan lukken door gelijktijdige inzet van drie kanten.

Allereerst de directeuren en leerkrachten zelf. De over grote meerderheid van hen werkt keihard en heeft het hart op de juiste plek als het gaat om de zorg van kinderen in de meest brede zin van het woord. Ook bij de overgrote meerderheid van hen loopt het water over de schoenen. Daardoor ziet men door het onderwijskundig bos, de pedagogische bomen niet meer. Om in deze situatie van veel leerkrachten, waarvan velen ook nog eens eigenwijs zijn, een vitale en pedagogisch sterke gemeenschap te maken, is een hele opgave. Men zit elkaar te vaak en onnodig in de weg. Als scholen iets te leren hebben, dan wel op dit vlak van ‘de simpele ontmoetingen’.

Op de tweede plaats het ministerie van O Cen W, en dan in het bijzonder de onderwijsinspectie. In dit verband is een ander woord voor het terugdringen van de vervreemding, ‘het ontzoetermeren van het onderwijs’. Scholen zouden enorm geholpen worden als Zoetermeer minder vraagt (een A-viertje) en veel geeft (een messcherpe analyse). En dan een nietsontziende analyse die scholen in het hart treft. Dat vraagt om inspecteurs, het type wijze mannen, die aan twee of drie gesprekken en het lezen van een enkel document genoeg hebben om dezelfde middag nog een school te verrassen met een verhaal waar ze wat mee kunnen. Dat is iets anders dan scholen onnodig te bureaucratiseren en directeuren op detailniveau te beledigen door ze hooghartig op hun tenen te gaan staan. Die zijn al bont en blauw. Het is treurig te constateren, maar Z. vormt waarschijnlijk zelf een groot beletsel om het onderwijs te ontzoetermeren.

Op de derde plaats, de vele leidinggevenden, waaronder heel veel vaders en moeders die werken in andere sectoren dan het onderwijs en die bijzonder graag een bijdrage zouden willen leveren aan het verhogen van de kwaliteit van de samenleving. Nederland barst van deze mensen. Maar ze weten niet hoe een bijdrage te leveren. Dat kan evenwel eenvoudig. Laat een manager een directeur van een school als het ware adopteren. Geef deze manager een uur of een dagdeel per maand om deze directeur te spreken over hoe hij zijn school runt. Praten over waar hij tegenaan loopt, over welke stappen hij zou willen en zou kunnen nemen. In de praktijk zou dat kunnen betekenen dat directeur Jansen van de Basisschool ‘de Zonnebloem’ op de laatste dinsdag van elke maand op het hoofdkantoor van Unilever in gesprek is met de heer Pietersen, manager Marketing Benelux. En zo’n meneer Pietersen zal niet moeten denken hiervan niets op te steken.

De drieslag ‘simpele onmoetingen’, ontzoetermeren en externe ontmoetingen zal zorgdragen voor een andere leergeschiedenis. Scholen zouden anders kunnen worden wanneer directeuren en leerkrachten weer gaan leren wat ze hebben afgeleerd of waar ze door de druk van alledag niet meer aan toekomen; elkaar echt spreken, het pedagogische element centraal stellen, alles eenvoudig houden en ontvankelijk worden voor het vreemde.

Marc Oskam is auteur van het boek “Venijn in de start”

Organisaties en managers helpen

This entry was posted in Artikelen in dagbladen. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>