ManagementSite, 11 december 2020 (meer dan 28.000 keer gelezen)
In de jaren negentig sloeg ook een virus wild om zich heen, het neoliberalisme. Alles zou beter worden als de markt zijn werk maar zou doen. Terugkijkend zien we dat ziekenhuizen met elkaar concurreren wat niet gunstig uitpakte. We zien dat ondernemingen die het goedkoopst de door de overheid gevraagde producten en diensten beloofden te leveren, stelselmatig die aanbestedingen wonnen. De gevolgen zagen we ook. Ict-trajecten die moesten stoppen of uit de bocht vlogen, openbaar vervoer van matige kwaliteit en problemen in de zorg door gebrek aan samenwerking.
De technocraat doet zijn intrede
In die jaren negentig was de opvatting dat een manager geen verstand hoefde te hebben van wat een organisatie voortbrengt, een heel gangbare. Menig organisatie werd sindsdien conform deze opvatting aangestuurd door een bepaald type manager; de technocraat. Een technocraat heeft geen boodschap aan de historie van een onderneming, is juist wel gevoelig voor hypes en moderniteiten en neemt beslissingen op basis van cijfers. Vaak maandelijks opgediend in spreadsheets voorzien van uitslagen van diverse kritische performance indicatoren (kpi’s). Deze wijze van aansturen sloeg over op de gehele publieke sector. Zo werden, bijvoorbeeld, scholen vanaf dat moment als bedrijven gezien. Als de dood voor de Onderwijsinspectie deed en doet elke schoolleider er alles aan om te voorkomen dat een cijfer op rood springt. Dat leerlingen, bijvoorbeeld, nauwelijks meer lezen, wordt niet eens meer opgemerkt.
Als het niet meer om de inhoud gaat, maar om cijfers, controle en efficiency, heeft dat grote gevolgen. Er sijpelt dan langzaam een verkeerd soort bestrijdingsmiddel van boven naar beneden dat ertoe leidt dat mensen hun vak en hun werkplezier kwijt raken. Het was dan ook heel begrijpelijk dat medewerkers van xs4all direct dwars gingen liggen toen zij lucht kregen onderdeel te worden van het grote KPN. Zij zagen de bui hangen te moet gaan werken in een strak aangetrokken keurslijf met protocollen, tijdslimieten en gesprekafrondingstechnieken.
De wind draait
Het heeft er veel weg van dat het nu de VVD is die zijn ideologische veren afschut. Ze pleit voor terugdringen van marktwerking. Begin december 2020 stelde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Zorginstituut een ander systeem van bekostiging voor waardoor ziekenhuizen gestimuleerd worden samen te werken. De NZa wil daarmee ook de wijkverpleegkundige haar vak weer teruggeven. De wind lijkt dus te gaan draaien. Zou zo de weg vrijgemaakt worden voor iets dat in de knel kwam door die marktwerking, namelijk het leveren van kwaliteit door vakmanschap? De medewerkers van Stichting Buurtzorg Nederland die hiervoor waarschijnlijk allen werkten in zorgorganisaties waar ze met een tijdklok in hun hoofd van het ene naar het andere huisbezoek gejaagd werden, die kunnen vertellen dat het nu al zou kunnen.
Wie lost de technocraat af?
Maar als we het breed en groot aanpakken, welke manager is nodig als na marktwerking, vakmanschap het leidende principe wordt? Welke manager lost de technocraat af?.
Dat is de manager die nieuwsgierig is. Die horen wil wat zijn personeel meemaakt, wat de praktijk is waar zijn medewerkers dagelijks in werken en die dan het naadje van de kous wil weten. Die wil weten met welke dilemma’s ze te maken krijgen en wat ze graag willen en wensen om hun vak goed uit te kunnen voeren. Ook hij kijkt naar cijfers, zeker. Maar dan met een andere blik. Een rijke blik. Daardoor vast leidend tot andere beslissingen. De samenleving zal op veel fronten ermee gebaat zijn.